print-image

We hebben allemaal te maken met stress. Zolang die niet overmatig hoog is, kan dat geen kwaad. Als je continu onder stress staat, loop je het gevaar om een keertje ‘af te branden’. Met een burn-out als resultaat.

We verstaan onder een burn-out een uitputtingssyndroom dat wordt veroorzaakt door een langdurige stressreactie. Die stress kan zowel door werk- of privéomstandigheden voorkomen en volledige uitputting veroorzaken. Zo kan bijvoorbeeld het verplegen van een familielid heel veel impact hebben.

Langzaam afbranden
Een burn-out ontwikkelt zich heel geleidelijk. Het kan daarom ook jaren duren voordat de totale uitputting komt. De kans dat je wordt getroffen is groter als je bijzonder gemotiveerd, perfectionistisch en ambitieus bent omdat je dan teveel van jezelf vergt en onrealistisch hoge eisen aan jezelf en je omgeving stelt. Als je dan niet aan deze verwachtingen voldoet, ontstaat er een mogelijke burn-out. Maar ook als jij je erg identificeert met anderen of je goed kunt inleven in anderen, ben je gevoeliger voor een burn-out.

Diabetes en burn-out
Er zijn dus veel factoren die een burn-out bevorderen. Voortdurende stress is de belangrijkste oorzaak. Ook diabetes en de bijbehorende therapie kunnen leiden tot een burn-out. Een onderzoek naar insulinepomptherapie1 laat zien, dat bij 28 procent van alle gevallen waarbij de therapie werd gestaakt een ‘diabetes-burn-out’ de oorzaak was. En ook het DAWN-onderzoek2 naar de psychosociale aspecten van diabetes toonde aan dat ongeveer 40 procent van de meer dan 5.000 deelnemers aan het onderzoek zich bijzonder gestrest voelt door diabetes. Mensen die lijden aan een ‘diabetes-burn-out’ hebben een bijzonder hoog verwachtingspatroon van zichzelf en leggen de lat al bij het begin van de therapie erg hoog. Ze streven naar zeer ambitieuze bloedsuiker- en HbA1C-waarden, terwijl deze realistisch gezien eigenlijk niet haalbaar zijn. Op die manier zetten ze zichzelf onder druk. De bijbehorende stress zorgt voor een stijging van de bloedsuikerspiegel. Een vicieuze cirkel kan het gevolg zijn. Eerst door de frustratie van het niet bereiken van de gestelde doelen en later door berusting. Dan wordt zelfs het meten van de bloedsuikerwaarden als zinloos beschouwd en het komt vaak voor dat de therapie vervolgens maar helemaal wordt opgegeven. Mensen met een ‘diabetes-burn-out’ zien vaak helemaal geen mogelijkheid meer om iets aan hun situatie te veranderen. Zij reageren vaak cynisch en wanhopig en vragen niemand meer om hulp of steun. Wie de symptomen herkent, kan de situatie bewust veranderen.

Minder stress
Het lastige van een burn-out is dat er niet ‘dat ene’ symptoom is, maar heel veel verschillende. Hoewel het lichaam heel snel reageert op aanhoudende stress, worden symptomen als slaapstoornissen of maagdarmproblemen in een vroeg stadium vaak niet waargenomen of genegeerd. Pas na langere tijd slaat de uitputting toe. Het is daarom voor mensen met stress belangrijk om zichzelf de tijd en ruimte te gunnen om uit te rusten en te herstellen. In de beginfase kunnen kuren en ontspanningstechnieken zoals yoga of weldadige baden helpen. Ook sport, muziek of andere hobby’s zorgen voor ontspanning en kunnen daardoor de stress afbouwen. Als de burn-out pas in de laatste fase (berusting) wordt herkend, dan zit je al in zo’n diep dal dat  therapeutische hulp nodig is. Je moet dan onder andere afstand leren nemen en de eigen vaardigheden realistisch in leren schatten. Bovendien is het voor mensen met een ‘diabetes-burn-out’ heel belangrijk om in te zien dat bloedsuikerwaarden altijd kunnen schommelen. En ook is het goed als je dan met iemand kan praten over de emotionele belasting. Diabetesverpleegkundigen en artsen die luisteren en begrijpen waar iemand mee zit of bang voor is, vormen een grote steun. Gezamenlijk kunnen dan realistische therapiedoelen worden ontwikkeld die optimaal zijn afgestemd op de eigen levensbehoeften. Hierbij is het de kunst om zo goed mogelijk rekening te houden met diabetes, maar tegelijkertijd dit leven met diabetes zo aangenaam mogelijk te maken.

1 Wood JR, Moreland EC, Volkening LK et al. (2006): Durability of Insulin Pump Use in Pediatric Patients with Type 1 Diabetes. Diabetes Care 29 (11): 2355–2360
2 International Diabetes Federatie (2001): DAWN Diabetes, Attitudes, Wishes and Needs

Reageer