Sport maakt voor veel mensen een logisch onderdeel uit van het dagelijks leven. Na het werk nog snel even de loopschoenen aan of een bezoek brengen aan de sportschool. Sport is een ideale manier om je te ontspannen en ook om je conditie te verbeteren. Sporten stimuleert de opbouw van spieren, zorgt voor een goede doorbloeding, verlaagt de bloeddruk en heeft een bijzonder positief effect op hart- en bloedvaten. Bovendien helpt het je op een gezond gewicht te komen of te blijven.
Voor mensen met diabetes levert sporten ook nog een heel ander voordeel op. Door het aanspannen van de spieren wordt de opname van glucose in de spieren gestimuleerd. Bovendien kan de insuline beter werken en daalt de bloedglucosespiegel. Daarnaast verhoogt beweging bij mensen met type 2 diabetes de gevoeligheid van de lichaamscellen voor het lichaamseigen insuline. Ook wetenschappelijk onderzoek bevestigt de positieve uitwerking van beweging op het lichaam. Mensen met overgewicht en een verstoorde glucosetolerantie (storing in de verwerking van bloedglucose) hebben vier jaar lang een programma gevolgd dat bestond uit beweging en gezonde voeding. Het resultaat: bij sporters die ook bewust aten was het risico om diabetes te ontwikkelen circa 58 procent lager dan bij vergelijkbare groepen die niet aan sport deden. Ook drie jaar later was het risico van de sporters nog 36 procent lager.
Alles mag, als het maar leuk is
Naast de ‘klassiekers’ als zwemmen of joggen zijn natuurlijk ook andere sporten voor mensen met diabetes geen probleem. Zelfs duursport is mogelijk. Belangrijk is hierbij vooral een goed ingestelde bloedglucosespiegel en het sportplezier. Voordat je een bepaalde sport kiest, is het aan te raden altijd een arts, diabetesspecialist of sportarts raadplegen. Eventueel kun je ook een sport- en belastingscheck uitvoeren. Die is niet alleen interessant voor beginners, maar ook voor mensen met diabetes die al actief zijn. Zo kunnen eventuele complicaties worden herkend en kan het type sport hierop worden afgestemd. Wie bijvoorbeeld een zenuwbeschadiging (polyneuropathie) heeft, moet extra aandacht besteden aan het vinden van geschikte schoenen.
Bloedglucosewaarden controleren
Of je een bepaalde hoeveelheid extra koolhydraateenheden (KHE) voor het sporten moet eten is afhankelijk van verschillende factoren. Het soort sport, je eigen conditie en de duur van de inspanning bepalen dit. In principe kan op twee manieren worden gereageerd op een toenemende behoefte aan energie en de verhoogde gevoeligheid voor insuline. Je kunt meer sport-KHE’s eten of minder bloedglucose verlagende middelen nemen. Meestal worden deze twee gecombineerd. In het algemeen geldt dat je voor langere of zwaardere belastingen meer sport-KHE’s moet eten om te voldoen aan de verhoogde energiebehoefte. Natuurlijk is dit altijd afhankelijk van de actuele bloedglucosewaarden. Het is aan te raden om voor het begin van de training altijd je bloedglucosewaarden te controleren. Deze moeten tussen 8,3 en 10 mmol/l liggen.
Om te zien hoe het lichaam reageert, moeten tijdens de training de bloedglucosewaarden regelmatig worden gecontroleerd. In geval van een hypoglykemie is het goed om snelwerkende koolhydraten in de vorm van druivensuiker mee te nemen. Wanneer je regelmatig sterke schommelingen in je bloedglucosewaarden hebt, ligt de oorzaak misschien wel in de injectieplek van de insuline. Als je in de spieren spuit die bij het sporten zeer intensief worden gebruikt, wordt de insuline aanzienlijk sneller opgenomen dan anders. Om die reden moeten bijvoorbeeld wielrenners insuline niet in het bovenbeen, maar in hun arm spuiten.
Voor én na het sporten
Ook na lichamelijke activiteit moet de bloedglucosewaarden goed in de gaten worden gehouden. Want om aan de verhoogde energiebehoefte te voldoen, komen tijdens de belasting opgeslagen glucosereserves uit de lever en spiermassa vrij. Als deze spieren vervolgens tot rust komen, vullen ze de opgeslagen energie weer aan. In dit proces wordt glucose onttrokken aan het bloed en daardoor daalt vervolgens de bloedglucosespiegel. Hoe sterk dit proces is en hoe lang het duurt, hangt af van de soort, duur en intensiteit van de belasting die eraan voorafgegaan is. Na een hele dag fietsen of wandelen, kan het aanvuleffect uren of zelfs dagen duren. In deze periode moet de insulinedosis worden aangepast (gereduceerd) en de hoeveelheid koolhydraten worden verhoogd, om vooral nachtelijke hypoglykemieën te voorkomen.
Een goede start
Zoek een sport waar je plezier aan beleeft. Start rustig en probeer jezelf, afhankelijk van je conditie, geleidelijk te verbeteren. In een groep gaat dit vaak gemakkelijker: Als je moeite hebt jezelf te motiveren, zijn teamsporten of loopclubs misschien wel wat jij nodig hebt. Plan het bewegen regelmatig in. Dit gaat het beste door het altijd op hetzelfde tijdstip te doen. Stel samen met je arts een vast trainingsschema op.