print-image

“Ik weet dondersgoed wat ik moet doen, maar het komt er niet altijd van”

“Je moet niet zeggen dat ik van alles moet. Dat werkt gewoon niet bij mij.” Mark Kersten is 19 jaar, woont in Nijmegen bij zijn ouders en heeft sinds groep 8 van de basisschool diabetes type 1. Een jaar na zijn diagnose stapte hij over op insulinepomptherapie. Dat werkt goed voor hem, al is hij volgens eigen zeggen niet zo strikt met het meten. “Maar ik voel goed aan hoe hoog ik zit en bolus meestal op gevoel.”

Mark had destijds al langer last van vermoeidheid en dorst. “Op een gegeven moment had ik helemaal geen eetlust meer, wel enorme dorst en moest ik om het half uur naar de wc.” De huisarts stuurde hem direct door naar het ziekenhuis en daar bleek hij een bloedglucosewaarde van bijna 60 mmol/L te hebben. Hij moest een aantal dagen blijven om zijn waarde rustig naar beneden te brengen. Daar legde de kinderdiabetesverpleegkundige hem en zijn ouders ook uit hoe ze moesten meten en insuline spuiten.

‘Dat leek me eerlijk gezegd niks’

Binnen een jaar kreeg Mark erg last van spuitplekken. Dat is niet alleen pijnlijk, maar zorgt er ook voor dat de insuline minder goed werkt. “De kinderdiabetesverpleegkundige vroeg me of ik niet over wilde op een insulinepomp. Dat leek me eerlijk gezegd niks, zo’n kastje aan je lijf. Ik heb toen twee weken op proef een insulinepomp gebruikt. En toen merkte ik dat een pomp helemaal niet lastig is. Het is juist erg makkelijk. Je kunt alles eten terwijl ik daarvoor op verjaardagen bijvoorbeeld geen taart nam. Het leek me ook vervelend met slapen, maar dan heb ik er elemaal geen last van. Uiteindelijk zitten er veel meer voordelen dan nadelen aan een pomp.”

“Ik kon kiezen uit verschillende pompen en ik heb gekozen voor een insulinepomp die klein en heel gebruiksvriendelijk is. Je kunt alles vanaf de afstandsbediening regelen en dat vind ik erg fijn. Bovendien is de service goed. Ik had een keer een storing. Een keer bellen was genoeg om direct een nieuwe te krijgen,” vervolgt Mark.

 Niet teveel pushen

Mark is de jongste van vier kinderen. Zijn broer en twee zussen zijn inmiddels het huis uit. Mark zit in het laatste jaar van een ICT-opleiding aan het Technovium in Nijmegen. Zijn ouders hebben hem van jongs af aan zoveel mogelijk zelf laten regelen met zijn diabetes. “Dat kan ook prima met deze insulinepomp. Die werkt heel gemakkelijk, zeker dankzij de afstandsbediening.Die zit gewoon in mijn zak en daar doe ik alles mee. Mijn ouders weten wel dat ik niet zo strikt ben met het meten, maar ze weten ook dat ze mij niet teveel moeten pushen. Ik meet meestal twee keer per dag, ’s ochtends bij het opstaan en ’s avonds voor het slapen gaan. Ik voel vrij goed aan hoe hoog ik zit en ik bolus vooral op gevoel. Dat gaat redelijk goed.”

Hij leeft op school en in zijn vrije tijd niet anders dan zijn vrienden. Hij sport drie tot vier keer in de week en gaat geregeld stappen. “Ik zorg dan voor een goede bodem en let een beetje op wat ik drink – niet teveel zoete shotjes. Maar daarin verschil ik niet van anderen.” Mark heeft sinds een jaar een vriendin. “Zij weet wat ze moet doen als het mis gaat. Soms is het best ingewikkeld, maar ze snapt hoe het werkt. In bed ligt de pomp nog wel eens in de weg, maar dat ik diabetes heb, is totaal geen issue.” Sinds zijn vijftiende werkt Mark bij woonzorglocatie De Sterreschans van Domus Magnus in Nijmegen in de bediening en afwas. Met zijn verdiensten heeft hij zijn rijbewijs gehaald en al een eigen auto kunnen kopen.

‘De overstap naar de pomp was goed voor mij’

Om de twee weken gaat Mark naar het Kinderdiabetescentrum Nijmegen (KDCN) om zijn bloedglucosewaarde te meten en de insulinetoediening eventueel bij te stellen. “Ik weet dondersgoed wat ik moet doen, dat ik vaker moet meten bijvoorbeeld. Maar dat komt er niet altijd van. En ik weet ook dat wat ik nu fout doe, ik later misschien terug krijg. Ik ben me daar van bewust en ik praat er ook over bij het KDCN.”

“Later zal het wel beter gaan, denk ik. Als puber wil je vooral dingen niet, maar ik denk uiteraard ook na over de toekomst. Het is niet goed voor je lichaam is als je jarenlang erg hoog zit, dat besef ik mij ook. Wat dat betreft is de overstap naar de pomp destijds erg goed geweest voor mij. Dat zorgt er in ieder geval voor dat ik altijd een basishoeveelheid insuline krijg. Dat ik diabetes heb voelt wel als een beperking, maar het is nu eenmaal zo. Dankzij de insulinepomp is de impact op mijn dagelijks leven relatief klein. Het apparaatje zit bijna nooit in de weg en ik kan alles doen wat ik wil.”

Reageer