Behandeling

 

Behandeling van diabetes

Het doel van de behandeling is dat een kind zich zo prettig mogelijk voelt en zo min mogelijk te lage bloedsuikerwaarden (hypoglycemie) en te hoge bloedsuikerwaarden (hyperglycemie) heeft. Zo loopt een kind ook minder risico op complicaties als het volwassen is.

Behandeling diabetes

Kinderdiabetes gaat niet over. Wel kan je kind zelf de klachten doen verminderen door insuline te spuiten. Dit kan op twee manieren: via een insulinepen of met een insulinepomp.

Insuline moet je in het onderhuidse vetweefsel spuiten, bijvoorbeeld in de bovenbenen, de huid van de buik of de bovenkant van de billen. Hiervoor gebruik je een injectie- of insulinepen, of een insulinepomp. Een diabetesverpleegkundige of kinderarts geeft je instructies over hoe je dit doet en hoeveel insuline je moet toedienen. Zo blijven de bloedsuikerwaarden zo normaal mogelijk.

Bloedsuiker meten

Om de juiste dosering insuline te bepalen, is het belangrijk om regelmatig de bloedsuikerwaarden te meten. Dat kun je zelf doen door met een speciale pen een prikje in de vinger te zetten en een druppeltje bloed op te vangen. Met een bloedsuikermeter meet je vervolgens hoe hoog de bloedsuiker is. Meestal noteer je de bloedsuikers op een nuchtere maag, voor de lunch en het avondeten en nog een keer voor het naar bed gaan. Hier pas je de dosis insuline op aan. Hoe vaak je moet meten en wanneer hoor je van de diabetesverpleegkundige of kinderarts

Dieet?

Met een diëtist bespreek je waar je wat betreft de voeding rekening mee moet houden. Suikervrije producten eten hoeft tegenwoordig eigenlijk nooit meer. Je kind mag eten wat het ook al at voordat de diabetes werd geconstateerd, maar meer regelmaat is vaak wel van belang. Een diëtist kan je daar meer over vertellen en hierbij helpen.

Bij diabetes type 2 is een gezond dieet meestal al voldoende.