print-image

In 2014 kreeg Gerrie Vogel de diagnose diabetes type 1. Hij startte met insulinepentherapie, maar vanwege zijn afwisselende en soms onvoorspelbare werkzaamheden stapte Gerrie begin 2015 over op insulinepomptherapie. Dat bevalt hem uitstekend. “Ik wil nooit meer terug. Iedereen moet voor zichzelf de therapie kiezen die het beste past. Voor mij is dat zonder twijfel de insulinepomp. Die heeft me meer flexibiliteit en vrijheid gegeven in mijn leven met diabetes.”

_MG_2988

 

 

 

 

 

Gerrie Vogel is lang in de zorg actief geweest en werkt nu al ruim 20 jaar in het diabetesveld. “Daardoor wist ik heel goed wat diabetes betekent en wat diabetestherapie inhoudt. Maar als je dan zelf de diagnose hoort, krijgt die kennis toch een extra dimensie.” In het ziekenhuis kreeg hij de gebruikelijke voorlichting over wat diabetes betekent en wat je zelf kunt en moet doen om de regie over je leven met diabetes te krijgen. “Ik wist hoe belangrijk het is om koolhydraten te tellen, een dagboek bij te houden en jezelf goed in te stellen. Die voorlichting is erg belangrijk voor iedereen die de diagnose krijgt.”

Kies zelf de pomp die bij je past “Al vrij snel nadat ik begon met insulinepentherapie merkte ik dat ik daar niet helemaal goed mee uitkwam. In overleg met de internist en diabetesverpleegkundige heb ik toen de keuze gemaakt voor insulinepomptherapie. Je kunt als patiënt zelf kiezen voor de insulinepomp die je aanspreekt. Voor mij was de diabetesmanager afstandsbediening een belangrijk argument om voor deze insulinepomp te kiezen. Daar kun je draadloos alles mee regelen: bloedglucose meten, bolus berekenen en insuline toedienen. Het systeem maakt het bijhouden van een dagboekje overbodig omdat alle informatie opgeslagen wordt en uitgelezen kan worden.”

Mooi praktisch hulpmiddel “Het is een heel praktisch hulpmiddel. De insulinepomp zelf is mooi compact: de grootte van een bankpas ongeveer, maar dan wel dikker. Je kunt ‘m vrijwel onzichtbaar dragen, je hoeft de insulinepomp immers niet aan te raken. Bij mij hangt-ie aan mijn riem, omdat ik het niet zo belangrijk vind om ‘m te verbergen. Veel vrouwen maken de insulinepomp bijvoorbeeld aan hun bh vast. Maar dat moet ieder voor zich bepalen. Je hebt er nauwelijks onderhoud aan. Met de ampul doe ik drie tot vier dagen, de teflon canule wissel ik om de 3 dagen. De batterij gaat zo’n drie tot vier weken mee.”

Vast aan je diabetes “Sommige mensen hebben het gevoel dat ze ‘aan de insulinepomp vastzitten’. Maar je zit natuurlijk vooral vast aan je diabetes. De insulinepomp is geen wondermiddel waardoor je niks meer hoeft te doen. Ik moet nog altijd minstens vier keer per dag prikken en elke maaltijd de bolus berekenen. Met de insulinepomp wordt diabetes niet leuker, maar wel een stuk makkelijker. De insulinepomp geeft je vrijheid en veel meer regie over je leven met diabetes. Zo voel ik dat althans.”

Reageer